‘Mijn huisarts zie ik regelmatig omdat ik een baarmoederverzakking heb. Daarom draag ik een inwendige ring, een pessarium. Toen ik jaren geleden voor het eerst bij deze praktijk kwam, verwees de mannelijke huisarts me meteen door naar zijn vrouwelijke collega die hierin gespecialiseerd is.’
Amicaal
Deze huisarts heeft Mia nu voor vast. ‘Ik voel me fijn bij haar. We praten dialect met elkaar en dat geeft een vertrouwd gevoel. Daarbij is ze heel amicaal. Toen ik laatst binnen kwam had ze een leuke gebloemde broek aan. Daar zei ik iets van en daar gaat ze dan op in. Ik kijk niet tegen haar op zoals ik dat vroeger wel deed bij huisartsen. Ik durf haar alles te zeggen. En als ik daar dan lig met de benen uit elkaar, dan voelt dat niet ongemakkelijk’, lacht ze.
Praktijkondersteuner
De praktijkondersteuner ziet Mia eens per jaar omdat ze medicatie slikt vanwege haar hoge bloeddruk. ‘Ze neemt alle tijd voor mij en vraagt ook naar mijn omstandigheden: “woon je alleen, heb je kinderen?” Ze laat me vertellen en is heel betrokken. Laatst kwam ik haar tegen bij een theatervoorstelling en ze herinnerde mij nog! Ze groette me vriendelijk en vroeg hoe ik het vond. Een leuk praatje. Geweldig toch?’
Digitale afspraak
‘Eigenlijk woon ik te ver weg van de praktijk’, vervolgt Mia. ‘Ik kom hier sinds 1996 maar ben sindsdien twee keer verhuisd. Als er spoed zou zijn, dan ben ik niet zo snel daar. Maar dan belt er maar iemand een ambulance. Ik ben gelukkig nog mobiel genoeg en ga op de fiets of met de auto naar de praktijk. Ik weet eigenlijk niet of een consult via beeldbellen mogelijk is. Een afspraak maak ik wel digitaal. Daar ben ik wel vertrouwd mee. En dat is erg fijn. Je hoeft niet in de wacht te staan en je kunt meteen zien wanneer er plek is en zelf je afspraak inplannen.’
Persoonlijk contact
‘Ik blijf graag bij deze huisarts. Een praktijk hoeft voor mij niet modern en groot te zijn. Persoonlijk contact en je veilig en vertrouwd voelen vind ik het belangrijkst. Ik ben heel tevreden met mijn huisarts en op mijn leeftijd houd ik graag vast aan het oude.’
