‘Het helpt als je mondig bent’

Sinds hij kinderen heeft, ziet Rutger (40) de huisarts een stuk vaker dan vroeger. Het contact met de praktijk is zakelijk. Dat vindt hij geen probleem. ‘Als het nodig is, handelen ze snel en accuraat. Dat is het belangrijkst.’

‘Het helpt als je mondig bent’

Sinds hij kinderen heeft, ziet Rutger (40) de huisarts een stuk vaker dan vroeger. Het contact met de praktijk is zakelijk. Dat vindt hij geen probleem. ‘Als het nodig is, handelen ze snel en accuraat. Dat is het belangrijkst.’

Rutger had al een paar dagen last van tintelende vingertoppen. ‘Een raar doods gevoel. Daarom belde ik de dokter. Ik kon meteen die middag terecht. Ik vertelde haar dat ik een paar weken eerder zware griep had gehad. In het gesprek was ze best relaxed, maar wel verwees ze me onmiddellijk door naar een neuroloog. “Ik regel dat je snel ergens terecht kan”, zei ze. Dat vond ik opmerkelijk en ook wel heel adequaat dat de praktijk zelf voor mij ziekenhuizen ging bellen.’

Snelle diagnose

Achteraf begreep Rutger het. ‘Ze had in het gesprek niks gezegd, maar onderzoek bevestigde haar vermoeden; ik had Guillain-Barré. Dat is een zeldzame zenuwaandoening waarbij je eigen afweermechanisme niet alleen ziekmakende virussen aanvalt, maar ook je eigen zenuwen. Het is een tijdelijke verlamming die gevaarlijk kan zijn, bijvoorbeeld als het op je longen slaat. Het ging uiteindelijk vanzelf over, maar het was belangrijk dat ik mezelf goed in de gaten hield. Haar snelle diagnose vond ik bijzonder. Want het is best een zeldzame ziekte.’

Kleine dingen

Toen Rutger, werkzaam in de financiële dienstverlening, met zijn gezin vijf jaar geleden in Haarlem kwam wonen, kozen ze voor de dichtstbijzijnde huisartspraktijk. Zelf is hij al sinds zijn jeugd astmatisch in combinatie met een allergie. Om zijn conditie en weerstand goed te houden, sport hij veel. En hij haalt elk jaar een griepprik. Zijn onderhoudsmedicijn bestelt hij via de receptenlijn. Handig dat hij daarvoor niet meer op consult hoeft.

Spoed

Voor zijn kinderen van 7,5 en 2 heeft Rutger tegenwoordig vaker contact met de huisarts. Zo’n drie keer per jaar, schat hij. ‘Voor kleine dingen: wratjes wegstippen en gezwikte enkeltjes.’ Maar toen zijn dochter anderhalf was, kreeg hij op een dag een telefoontje van de crèche. ‘Ze was heel benauwd. Ik moest haar ophalen en kon meteen terecht bij de huisarts. Die onderzocht haar en stuurde haar meteen door naar het ziekenhuis. Daar lag ze drie dagen aan de beademing. Later is dat nog eens voorgekomen. Toen was de praktijk dicht en moest ik naar een vervanger. We moesten weer meteen door naar het ziekenhuis aan de beademing. Ook toen was het fijn dat de dokter snel handelde. Ze kreeg medicatie, maar die heeft ze gelukkig niet meer nodig nu.’

Zakelijk

‘We hebben geen vaste arts, het wisselt. Er zijn ook altijd huisartsen in opleiding. Daardoor is de relatie niet persoonlijk. Als ik er ben, vragen ze bijvoorbeeld niet hoe het nu met mijn dochtertje is. Maar ik vind dat niet erg. Ik ben best rationeel en verwacht niks in de relationele sfeer. Je komt voor een probleem dat opgelost moet worden. Dat ligt misschien anders als je een serieuze ziekte hebt waardoor je langdurig contact hebt met je huisarts.

‘Iemand hier uit de buurt klaagt wel eens dat hij te vaak hoort “kijk het nog even aan”. Maar wij zijn tevreden. Als er echt iets aan de hand is, voelen we ons gehoord. Dan doen ze recht aan je gevoel. En het ligt ook aan jezelf. Ik ben best mondig. Het helpt als je met een klacht komt en goed uitlegt wat je zelf allemaal al ondernomen hebt. Een huisarts is een soort voorportaal. Zij hebben voldoende informatie nodig om te kunnen inschatten of een doorverwijzing nodig is.’


‘Haar snelle diagnose vond ik bijzonder’

Praktijk:

  • 2 huisartsen
  • 1 huisarts in opleiding
  • 4 assistenten waarvan 1 ook POH
  • 1 POH GGZ

Meer informatie over huisartsenzorg vind je op www.patientenfederatie.nl/huisartsenzorg