De Utrechtse Florie groeide op in een Hindoestaans gezin in Suriname. Ze woonden in een huis van bamboe en klei, ten noorden van de Saramacca-rivier. ‘Op blote voeten liepen we naar school. Na school waren we aan het werk; rijst verbouwen, cacao plukken, koeien laten grazen en onze kleren wassen in de rivier’, herinnert ze zich. ‘Ik was een kien kind. Als ik vanaf het begin goed onderwijs had gekregen, dan was ik heel ver gekomen. Maar ziekte gooide helaas roet in het eten.’
Vertrouwen geschaad
Inmiddels woont Florie alweer vijftig jaar in Nederland. In die tijd heeft ze veel gezondheidsproblemen gehad. En ook verschillende huisartsen, met wisselend succes.
Florie werkte in het basisonderwijs toen ze begin jaren negentig eens met schouderklachten naar haar huisarts ging. ‘Deze dacht onterecht dat overspannenheid de oorzaak was. Werken zou mij goed doen, zei hij. Op advies van mijn collega’s heb ik toen het ziekenhuis gebeld om een foto te laten maken. Ik jokte dat ik een doorverwijzing had.’ Ze lacht hardop. ‘En dat werkte. Ze constateerden dat ik een gezwel had aan mijn schouderkom. Ik kreeg drie maanden lang maandelijks spuitjes in mijn arm. Ondertussen zat ik thuis. Pas vlak voor het ziekenhuisbezoek heb ik aan de huisarts alsnog de benodigde verwijzing gevraagd. Die was niet blij. Hij vond dat ik de verwijzing had afgedwongen. Daardoor was de relatie verstoord. Aan beide kanten was er te weinig vertrouwen. Op zijn initiatief ben ik toen overgestapt naar een andere huisarts.’
Ayurvedisch
Haar huidige huisarts bevalt Florie goed. Hier komt ze sinds een jaar of vier, op aanraden van een bevriende arts. ‘Ze stelt je op je gemak en vraagt goed door. “Wat denkt u zelf dat er aan de hand is?” vraagt ze dan. Maar sommige dingen kunnen beter. Afgelopen voorjaar had ik een blaasontsteking. Na zes dagen antibiotica slikken, belde de huisarts: het bleek een andere bacterie te zijn dan ze eerst dachten. Ik moest daarom een nieuwe kuur slikken. Dat vond ik niet leuk. Ik leef zoveel mogelijk Ayurvedisch. Ik wil dus geen medicijnrommel in mijn lijf. Zeker geen onnodige.’
Meevoelend
Wat Florie vooral fijn vindt aan haar huidige huisarts, is haar nazorg. Sinds haar 24e kampt ze met borstkanker. De eerste behandelingen waren nog in Suriname. De vijfde behandeling was ruim een half jaar geleden. ‘Na afloop belde mijn huisarts om te vragen hoe het ging. Dat vond ik heel fijn. Ze deed dat ook in december, na een darmstilstand. Ik was in Vietnam op vakantie en moest veel overgeven. Terug in Nederland hoorde ik over verklevingen, van een eerdere operatie. Die zijn in dertig jaar tijd langzaam mijn darmen in de weg gaan zitten. Ook na deze operatie heeft de huisarts me heel meevoelend opgebeld.’
‘We helpen u graag’
Florie ziet haar huisarts momenteel vaker dan ze zou willen. ‘Op de dag dat ik een griepprik had gekregen, viel ik toevallig van mijn fiets. Ik dacht dat het goed ging, maar gisteren verstapte ik me. Mijn knie deed zo zeer. Ik dacht: ”Wat krijgen we nou?”. Huisartsen hebben het al zo druk nu. Ik zei dus tegen haar: “Ik ben echt geen zeur, maar ik ben er nu alweer”. Ze zei: “Lief dat u dat zegt, maar u bent ook een patiënt, we helpen u graag”. Dat deed me goed. Dat er iemand is die naar me luistert. Ze was heel lief.’ Florie is haar hele leven alleenstaand en kinderloos gebleven. ‘Misschien omdat ik altijd zoveel ziek ben geweest, denk ik wel eens. Maar ik ben toch tevreden met mijn leven. Als ik zo 80 mag worden, dan heeft God van me gehouden.’